Bethlehem

Vanmorgen gingen we met de bus naar Bethlehem. Een mooie route langs al die heuvels van Israel. Nergens is een plat stukje te zien. Nergens is een stukje gras te bekennen. We moeten door de ja hoe zal ik het noemen soort douane. Er werd niet gekeken wie er in de bus zaten we konden met ongeveer 100 km per uur doorrijden. Door allemaal smalle en steile straatjes werden we in Bethlehem gebracht. We stapte uit bij een soort busstation. Het was super druk op de straat. Overal zagen we mensen lopen met Palestijnse vlaggen in hun handen. Al snel kwam er een taxichauffeur naar ons toe lopen die ons wilde rondleiden door Bethlehem. Ja zei hij en dat moet je nu echt doen want straks zijn er protesten en dan is alles afgesloten. Er rijden dan ook geen bussen meer. Oke dacht ik dat hebben wij weer zijn we hier eindelijk aangekomen zijn er protesten. En ik zag ons al staan hier terwijl er geen bussen meer rijden. Daar had ik echt geen zin in. Het liefst was ik meteen terug in die bus gestapt terug naar Jeruzalem. Maar volgens die man was het pas om 7 uur allemaal afgesloten. Hij heeft ons van alles aangeboden voor allemaal verschillende prijzen om ons rond te leiden door Bethlehem. Uiteindelijk konden we weg en zijn we gaan lopen naar de geboorteplaats wat ook ons doel was. Het was ongeveer 20 minuten lopen door super steile straatjes. Dan weer naar boven en dan weer naar beneden. Ook moesten we door een winkelstraat. Super druk en je ziet ook alleen maar hoofddoekjes. Hele andere cultuur weer hier. Bij de plaats van bestemming aangekomen stonden een groep Palestijnse mannen. Volgens mij allemaal taxichauffeurs. Deze willen altijd even je aandacht. Vaak als ze horen dat we Nederlanders zijn kramen ze er wat Nederlandse woorden uit. Ze moeten het meestal wel even 2x zeggen voordat we ze verstaan maar de woorden van vandaag hebben we nog niet eerder gehoord. Een man zei tegen Eveline kaaskop. En een andere snottebel. Klinkt zo grappig uit hun mond. En we gaan weer verder. Op de geboorteplaats staat natuurlijk weer  een mega kerk. Vol met beelden en schilderijen. In de kerk konden we via een smal gangetje naar beneden. Daar kwamen we volgens mij in de stal uit. Zo anders dan ik dacht. Ik had altijd in m’n hoofd een houten stal met een paar boompjes eromheen. Midden op een groen grasveld. Hoe ik erbij kom weet ik eigenlijk ook niet. Wat dachten of denken jullie hoe het er uit ziet? Aan het eind van een smal gangetje kwamen we uit in een open ruimte. En zo zal het er dan ongeveer uit hebben gezien. Een stal in een grot. Leuk om het gezien te hebben en om door Bethlehem te lopen. Zeker nu bijna adventstijd weer begint. (Advent betekend Hij komt. Wie komt er? De eniggeboren Zoon van God.) Oke we gaan weer snel terug naar de bus voordat deze niet meer gaan. 😉 Op de terugweg met de bus kwamen we weer bij de douane. Nu werd de bus aan de kant gezet en moesten alle Palestijnse jongeren uitstappen. De oudere mochten blijven zitten. Er kwam een Israëlische soldaat aanlopen. Ze liep door de bus heen en bekeek iedereen even goed. Alle Palestijnse mensen moesten hun paspoort laten zien. Ik zat naast het raam en zag alle jongeren staan. Na de check in de bus ging deze soldaat voor de deur van de bus staan. Om de beurten moesten ze langslopen. De soldaat keek ze goed aan in het gezicht en daarna bekeek ze nauwkeurig hun paspoort. Als het goed was mochten ze weer in stappen in de bus. Nadat iedereen was gecontroleerd konden we verder naar Jeruzalem. Terwijl ik door de straten van Bethlehem liep dacht ik er nog aan. Nergens was er plaats voor de Zoon van God. Voor Jezus. Bij elke herberg hadden ze geklopt, Jozef en Maria. En elke keer kregen ze te horen: nee geen plaats, nee het zit vol. Is er in ons hart bij jou en bij mij wel plaats voor de Heere Jezus?